Na een weekje rust te hebben gehad startte de derde kuur alweer. In de volgende drie weken werd ik weer twee keer een aantal dagen opgenomen in het ziekenhuis. Hier zag ik erg tegenop, omdat ik het zo fijn vond om weer thuis te zijn. Deze kuur bestond uit het dagelijks slikken van chemopillen en prednison, twee ruggenprikken en twee opnames met chemo.
De dagen in het ziekenhuis gingen best snel voorbij, er kwam veel bezoek en mijn zusje bleef gezellig slapen. Ik moest net zolang in het ziekenhuis blijven, tot een bepaalde chemo niet meer zichtbaar was in mijn bloed. Tijdens de eerste opname duurde dit een dag langer dan verwacht, dus dat was balen. Bij de tweede opname mocht ik juist een dag eerder dan verwacht naar huis, een meevaller!
Naast misselijkheid voor het slapen had ik niet heel veel last van de kuur en kon ik nog een beetje genieten van de ‘vakantie’. Uit de uitslag van de beenmergpunctie aan het eind van kuur drie moest blijken of ik verder mocht met kuur vier. Alles verliep volgens plan en alle uitslagen waren goed. In mijn hoofd was ik op de helft, drie van de zes kuren gehad! Diep van binnen wist ik ook wel dat dit niet helemaal klopte, kuur zes zou zwaarder worden dan alle kuren ervoor, maar dit hielp mij er wel door heen.
Kuur vier. In drie weken zou ik vijf keer naar de dagbehandeling moeten voor chemo en ruggenprikken, daarnaast moest ik dagelijks dexamethason slikken. Deze kuur leek erg veel op kuur één, waarbij ik ruim vijf weken in het ziekenhuis lag. De eerste kuur was veel zwaarder geweest dan de tweede en derde kuur, dus ik zag er best wel tegenop. Net als van de prednison, kreeg ik van de dexamethason super veel honger, een bol opgezet gezicht en overal rode vlekken. Door de chemo viel ik weer af en begonnen mijn botten weer pijn te doen, ik moest op mijn voeding letten en ik slikte pillen tegen de pijn. Morfine pillen nam ik vaak alleen ’s avonds, omdat ik er heel moe van werd. Ook werd ik er soms echt een beetje high van, dan lag ik in bed en voelde alles heel dromerig en ver weg, heel gek. Alle kuren bestaan uit verschillende soorten chemo, waar verschillende mensen super verschillend op reageren. Maar deze kuur was écht niet mijn ding. De chemo die in mijn aders naar binnen werd gespoten was vuurrood, het zag eruit als puur vergif. En dat is het ook, maar wel vergif dat ik nodig had.
Tussen kuur vier en vijf stond de operatie voor het weghalen van één eierstok gepland. Ik was hier echt super zenuwachtig voor. Voor geen enkele punctie, prik of chemo was ik zenuwachtig geweest, maar dit vond ik toch wel zo eng. Maar gelukkig was de tijd daar, ik werd in het operatie bed opgehaald en was zo onder narcose. De operatie verliep voorspoedig en ik mocht meteen weer naar huis. Ik moest een week rustig aan doen om de wonden te laten helen. Niet dat ik tot veel meer in staat was, ik moest nog herstellen van de vierde chemokuur.
Van de eierstok die ze weggehaald hebben, zijn kleine stukjes weefsel ingevroren. Dit kunnen ze eventueel ooit terugplaatsen, maar dit is met de huidige techniek nog niet mogelijk. De wetenschap is nog niet zover dat ze kunnen garanderen dat er geen leukemiecellen in dat eierstokweefsel zitten, en dan zouden ze de leukemie gewoon weer terug in je lichaam plaatsen. Ondanks dat het nog heel experimenteel is ben ik wel blij dat ik de operatie heb laten doen, wie weet hoe snel de wetenschap zich ontwikkeld.
Na een dag uit het niets super ziek te zijn geweest en eigenlijk geen rustweek te hebben gehad door de operatie, begon de vijfde kuur. Ik moest en zou op schema blijven liggen (dat wilde ik zelf). Tijdens de vijfde kuur moest ik dagelijks chemopillen slikken, drie keer naar de dagbehandeling voor chemo en kreeg ik de laatste twee ruggenprikken. De laatste ruggenprikken gingen in een keer heel moeilijk. Het werd blijkbaar steeds moeilijker om goed te prikken, omdat er al zo vaak geprikt was. Maar ik kon het nog wel aan, het aftellen was begonnen!
De vijfde kuur leek op de tweede kuur, ik kon weer een beetje bijkomen, maar ondertussen kwam de stamceltransplantatie ook dichterbij. Hiervoor moest ik allerlei onderzoeken doen. Alles werd uitgebreid getest, gelukkig kwamen er geen gekke dingen naar voren.
Aan het eind van de vijfde kuur werd er weer een beenmergpunctie gedaan, de uitslag was goed! Toen de chemo in begon te kicken voelde ik me weer wat minder, ik had een drukke ziekenhuisdag en een Hb van 4,0. Maar mijn bachelor diploma-uitreiking was die avond! Omdat er nog maar tijd was voor één zakje bloed, een nodige energiestoot, moest ik het hiermee doen. Ik vond het een hele fijne, bijzondere avond, maar weer kwam het besef van de hele gebeurtenis later pas.
Een paar dagen later moest ik voor controle naar het ziekenhuis en kreeg ik nog een bloedtransfusie. Na een chemo infuus duurt het een paar dagen voor cellen worden afgebroken. Bloedwaarden dalen en pas als je weer herstellende bent, kan je eigen lichaam deze cellen weer opbouwen. Tot die tijd zijn bloedtransfusies, als je waarden onder een bepaald level zakken, noodzakelijk.
Als je meer wilt weten over het doneren van bloed kijk dan op https://www.sanquin.nl/donor-worden (18-65). Ik ben zelf nooit bloeddonor geweest, ik voel me hier soms best schuldig over. Maar eerlijk gezegd had ik er zelfs nog nooit over nagedacht en had ik ook geen idee hoe het werkte. Zelf kan ik nooit meer bloed doneren, maar ik kan anderen wel laten inzien hoe noodzakelijk het is. Anders dan bij het worden van een stamceldonor, waarbij de kans dat je wordt opgeroepen zeer klein is, kunnen mannen vijf keer per jaar bloed doneren en vrouwen drie keer. Misschien iets om over na te denken!
Op het ziekenhuis werd de PICC-lijn uit mijn arm gehaald, twee weken geen rare lijn in mijn arm en vrij van het ziekenhuis! Heel relaxt waren deze weken niet, want ik had de laatste kuur in het vooruitzicht. Minimaal zes weken ziekenhuis en de stamceltransplantatie. Ik was er al helemaal klaar voor en wilde er zo snel mogelijk aan beginnen. ♡