Het grootste gevoel dat ik had toen ik hoorde dat ik leukemie had was ongeloof. Ik voelde me totaal niet ziek, ik was niet moe, had nergens last van. Ik was net een paar maanden terug uit Rome, lekker aan het sporten en af en toe naar een feestje. Ik was bezig met mijn scriptie, de laatste periode van mijn bachelor. En zelfs aangenomen voor mijn droomstage bij L’Oréal, alles ging zó goed. Waar kwam dit nu vandaan (dat weet niemand)..
Waarschijnlijk zijn ze er heel snel achter gekomen en was ik nog niet zolang ‘ziek’. Mijn bloedwaarden waren namelijk nog best wel goed, mijn HB was 7.1 (normaal: 7.4-9.6) en mijn trombocyten waren 290 (normaal: 150-450). Mijn leukocyten waren 41.0 (normaal: 4.0-10.0), hieraan konden ze zien dat er iets mis was.
Na m’n eerste nachtje ziekenhuis zou ik de beenmergpunctie krijgen, ik was er niet bang voor en had heerlijk geslapen, ik wist niet eens wat een beenmergpunctie was. Ik had helemaal geen verstand van íets dat me nog allemaal te wachten stond, maar beter ook. Tijdens de beenmergpunctie wordt er letterlijk met een naald/boor in je heup bot geboord, en wordt er beenmerg uit je bot gezogen. Bij de eerste beenmergpunctie hebben ze ook een stukje bot meegenomen, om dit te kunnen onderzoeken. Door de plaatselijke verdoving doet het boren geen pijn, maar het zuigen voel je wel. Gelukkig ben ik er nooit heel bang voor geweest en heb ik er nooit héél veel last van gehad.
Daar kwamen ze, vijf dokters in witte jassen, met de uitslag. Ik bleek Acute Lymfatische Leukemie te hebben. Oké, geen idee wat dat is, het zei me allemaal niets. Ik zag dat de dokter het moeilijk vond me het nieuws te vertellen, maar ik leefde in m’n eigen bubbel, het ging een beetje langs me heen. Tot ze zei dat er een grote kans was dat ik onvruchtbaar zou worden. Toen werd het ‘echt’, dit ging echt over mij, over mijn lichaam, over mijn toekomst. Dat was de eerste keer dat het écht tot me doordrong en ik moest huilen, het was zoveel allemaal.
Omdat ze nu precies wisten wat ik had, konden ze met de behandeling beginnen. Geen tijd om eventueel eicellen in te vriezen, geen tijd te verliezen. Ik zou nog een afspraak met de gynaecoloog krijgen. Ik zou behandeld worden via het HOVON 100 protocol, hierin lag van dag tot dag vast wat er voor de komende vijf maanden zou gebeuren. Uit een uitslag van de beenmergpunctie moest nog blijken wat er na die vijf maanden zou gebeuren. Óf ik zou hierna nog een jaar prednison en chemopillen moeten slikken, óf ik zou een stamceltransplantatie moeten krijgen. Daar dacht ik nog maar even niet aan, maar mijn zusje, broertje en zus moesten wel alvast bloed gaan prikken om te kijken of ze een match met mij waren, deze uitslag zou ook een paar weken duren.
Dat de behandeling geen garantie tot overleven geeft wordt ook verteld, omdat dit helaas zo is. Ik heb nooit gedacht dat ik het niet zou overleven, ik was altijd super positief en dacht hier gewoon niet over na. Je hebt er gewoon totaal geen grip op en moet echt ‘geluk’ hebben. Je kunt niet vechten tegen de ziekte, de chemo slaat aan, of de chemo slaat niet aan. Het is super oneerlijk. Het idee dat de chemo bij mij niet aan zou slaan, staat bij mij misschien net zo ver af als het idee dat je als super gezond persoon op een random dag te horen krijgt dat je zo ziek bent dat je nú behandeld moet worden, omdat je anders over een paar weken dood zou kunnen zijn. Iets wat te onwerkelijk is en wat ik me, ondanks dat ik blijkbaar zo ziek was, totaal niet voor kon stellen. ♡